Wie zijn wij?
Al sinds mijn kindertijd bleek het buitenleven een must: in het hooi springhanen te vangen of in de grachten kikkerdril, dikkopjes of salamanders te pakken. Ik speelde vaak met de kat of de hond van de buren. of bij mijn grootvader tussen de koeien daar kon je mij ook vinden.
De passie is gegroeid door de aankoop van mijn eerste hond, ik was toen al een stuk in de twintig en woonde op een appartement en toen kwam daar Yugi, een mopshond met heel wat zorgen. Niets was teveel voor die kapoen, dagelijkse wandelingen en verzorging, overal ging de hond mee, zelfs tot in het buitenland. Ik adopteerde het mopsenhondje van mijn jongste zus en die kon het geweldig vinden met grote broer. Alleen bleek Yugi een zorgenhondje en met een zus die studeerde als dierenarts werd ik veelal geconfronteerd met het feit dat Yugi geen gezond hondje was, die liefde voor die hond groeide met de dag…..tot die ene dag. Zeven jaar nadat hij in mijn leven kwam, verdween hij plots door een gemene ziekte. Zoals hij er altijd is geweest, zal hij er altijd zijn.
Na veel omzwervingen in bergen en dalen, kwam ik uiteindelijk in Gavere terecht, op een boerderij met melkvee, een kater met allures en een Duitse Herder die waakte op zijn hof. Na een moeilijke eerste ontmoeting met mij en mops Zara, zijn we ondertussen veel poezekes, veel katers, een chocoladelabrador en extra mopsje verder….en always room for one more! Het was niet boer zoekt vrouw, maar vrouw zoekt boer met veel hof voor veel dieren…! Afgestudeerd als leerkracht, lager onderwijs, en heb dit enkele jaren gedaan tot ik moeilijk aan werk geraakte en in een warenhuis binnengeraakte. Tussen de mensen dat was wat ik nodig had , dacht ik. Maar door de groeiende dieren hier op de boerderij voelde ik toch dat ik misschien beter een andere richting had gekozen, want het deerde niet tussen de koeien de stallen opkuisen, helpen bij een bevalling, vuil worden….ik deed en onderging het met plezier…misschien had ik mijn roeping gemist en probeerde door het boerenleven dat gat op te vullen en zo zou ik dus mijn job combineren met de boerderij. Door gezondheidsproblemen moest ik van een fulltime job naar halftime gaan en kreeg ik nog meer tijd met mijn beestjes.
En toen werd het zwart, letterlijk, voor de ogen en werd ik geconfronteerd met de broosheid van het leven. Na 5 hartstilstanden en een peacemaker maakte ik de beslissing die mijn leven voorgoed veranderde: ik besloot opnieuw te gaan studeren met syntra voor hondentrimmer en hondenpension. Aan al wie ik het vertelde, bevestigde mijn denken, dat is echt iets voor mij. Het zorgen voor, het verzorgen, ermee omgaan, logees verwennen,… het lijkt mij top.
Het aspect pensionhouder is gegroeid door het houden van mijn eerste mops Yugi. Overal ging de hond mee, bij familie, uitstapjes en ja zelfs op reis. Toen mijn papa een aantal jaren geleden in het ziekenhuis geraakte en een lange revalidatie voor de boeg had, nam ik spontaan zijn kat in huis. Toen speelde het idee al van opvang van dieren, maar ik deed er toen niks mee. Wat wel bleef was dat wie er ook op bezoek kwam of bleef logeren, die mocht ook altijd de hond of kat meebrengen. Ik herleefde als er hondjes en katjes op logement waren. Meer nog, om het met de woorden van mijn vriend te zeggen, het is een soort therapie om de tegenslagen en teleurstellingen door te komen. Een dier begrijpt je perfect en voelt zelfs meer aan dan mensen. Net zoals de boerderij, je moet doordoen, je moet verder werken voor al de beestjes die er nog zijn en op jouw zorgen wachten. En weet je, het geeft je voldoening en een lach op je gezicht zelfs op de aller slechtste dagen.
“Boelies”.
Het is een verwijzing naar mijn papa, die in 2018 plots overleed.
Mijn vader was een heuse dierenvriend, de honden waren altijd welkom bij hem. .
Hij noemde de honden nooit bij naam, maar ze werden altijd ‘boelies’ genoemd, een soort dialect van boelekes, kindjes…